Beeld en geluid
Foto en video
Computers
Refurbished
Software
Dierenbenodigdheden
Drogisterij
Parfum en cosmetica
Elektronica
Componenten
Games
Speelgoed
Feestartikelen
Hobby
Knutselen
Modelbouw
Kabels en adapters
Kleding
Schoenen
Tassen en koffers
Koken en tafelen
Keuken apparatuur
Horeca
Muziek en film
Muziekinstrumenten
Parfum en cosmetica
Persoonlijke verzorging
Parfum en cosmetica
Schoenen
Kleding
Tassen en koffers
Games
Speelgoed
Feestartikelen
Wasssen en drogen
Wonen, woonaccessoires
Kerst
Meubels
Verlichting
Fabrikant: | |
---|---|
EAN-code: | 9789069165585 |
Waarom spreekt de Grondwet van de Koning, terwijl we al meer dan een eeuw een Koningin hebben? Mag de Koning weigeren zijn handtekening onder een wetsvoorstel te zetten? Hoe ver reikt de ministeriële verantwoordelijkheid voor de Koning, en voor de overige leden van het koninklijk huis? Wat is de betekenis van de eis dat het huwelijk van de Koning bij wet goedgekeurd moet worden? En heeft de Koning vrijheid van meningsuiting? De Koning is de kleurrijkste en meest lpersoonlijkel functionaris in het Nederlandse staatsbestel. De positie van de Koning in dit bestel is het resultaat van een lange historische ontwikkeling, die haar wortels vindt in de vrijheidsstrijd van de Nederlanden tegen Spanje, onder aanvoering van Willem van Oranje. Ook nu nog neemt de Koning een belangrijke plaats in, als staatshoofd, als deel van de regering en als symbool. In dit boekje komen enkele basisbegrippen en -beginselen van het Nederlandse staatsrecht aan de orde, uitgelegd aan de hand van de oorspronkelijke en de actuele betekenissen van het koningschap in de Nederlandse Grondwet, de wetgeving en de politieke praktijk. Daarbij komen de hiervoor gestelde vragen aan bod, en natuurlijk worden ook de bijbehorende laffairesl aangestipt (Greet Hofmans, Lockheed, Margarita, Mabel). Na een historische schets wordt ingegaan op het ambt en de persoon van de Koning, op zijn bevoegdheden in het wetgevingsproces en als staatshoofd bij onder meer de kabinetsformatie, en op het functioneren van de ministeriële verantwoordelijkheid. Verder wordt aandacht geschonken aan de positie van de overige leden van het koninklijk huis, en aan de titulatuur. Afgesloten wordt met een beschouwing over de spanningsverhouding tussen de principes van de democratische rechtsstaat en het erfelijke koningschap. In de bijlagen zijn enige documenten afgedrukt die dit alles illustreren. Over de auteurs: Mr. H. (Hemme) Battjes is als universitair docent staats- en bestuursrecht verbonden aan de Vrije Universiteit, Mr. A. (Anniek) van Dijk was docent staats- en bestuursrecht aan de Vrije Universiteit en is thans werkzaam als jurist bij de gemeente Oosterhout, Mr. A. (Alain) P. Krijnen studeerde staats- en bestuursrecht aan de Vrije Universiteit en is thans werkzaam als jurist bij de directie Constitutionele Zaken en Wetgeving van het Ministerie van Binnenlandse Zaken, Mr. D. (Dennis) A. Roos was docent staats- en bestuursrecht aan de Vrije Universiteit en is thans werkzaam als jurist bij de gemeente Amersfoort, Dr. J.W. (Jan Willem) Sap is als universitair hoofddocent Europees recht verbonden aan de Vrije Universiteit en Prof. mr. B. (Ben) P. Vermeulen is als hoogleraar staats- en bestuursrecht verbonden aan de Vrije Universiteit.