Beeld en geluid
Foto en video
Computers
Refurbished
Software
Dierenbenodigdheden
Drogisterij
Parfum en cosmetica
Elektronica
Componenten
Games
Speelgoed
Feestartikelen
Hobby
Knutselen
Modelbouw
Kabels en adapters
Kleding
Schoenen
Tassen en koffers
Koken en tafelen
Keuken apparatuur
Horeca
Muziek en film
Muziekinstrumenten
Parfum en cosmetica
Persoonlijke verzorging
Parfum en cosmetica
Schoenen
Kleding
Tassen en koffers
Games
Speelgoed
Feestartikelen
Wasssen en drogen
Wonen, woonaccessoires
Kerst
Meubels
Verlichting
Fabrikant: | |
---|---|
EAN-code: | 9789077320914 |
Shopscore | 5 (8)
|
---|
In 2007 begon een crisis, de financiële crisis of kredietcrisis, die zou uitgroeien tot een ernstige economische crisis. Deze crisis is ontstaan in de financiële sector als een crisis van financiëlemarktpartijen zoals banken, verzekeraars en beleggingsinstellingen. Dit boek ordent en analyseert een aantal vooral juridisch relevante aspecten van de financiële crisis. Eerst worden de hoofdlijnen besproken van de eisen van 'goede' corporate governance waaraan financiëlemarktpartijen moeten voldoen en van de financiële instrumenten zoals ABS's (asset backed securities) en CDO's (collateralized debt obligations) die mede een oorzaak zijn geweest van de crisis. Drie rapporten over de crisis komen aan de orde: * The Turner Review (Verenigd Koninkrijk) * de Larosière Rapport (Europa) * Naar Herstel van Vertrouwen (Nederland) Vervolgens wordt besproken hoe het toezicht op banken, verzekeraars en beleggingsinstellingen is geregeld in de Wet op het financieel toezicht, gevolgd door de rechtspraak in de Fortis-zaak en de PCM-zaak. De drie genoemde rapporten staan aan de basis van initiatieven die inmiddels zijn genomen om de oorzaken van de crisis aan te pakken en herhaling te voorkomen: * Principes voor Beheerst Beloningsbeleid (Autoriteit Financiële Markten en De Nederlandsche Bank) * Code Banken (Nederlandse Vereniging van Banken) * Walker Review (Verenigd Koninkrijk) * Europese plannen voor de oprichting van drie toezichthoudende autoriteiten met vergaande bevoegdheden en van de European Systemic Risk Board. Over de auteur Mr. C. de Groot is universitair hoofddocent ondernemingsrecht aan de Universiteit Leiden.